Zondag 7 mei. Naar de Puy de Dôme.

Het is zwaarbewolkt. Naar de Puy de Dôme is 40 minuten rijden. Hier gaan we met een tandradtreintje naar boven. Hij is stampvol. De trein doet er een kwartiertje over, en boven is het ont-zét-tend koud. Vooral de wind maakt het zo koud. We zien ergens een bord dat het om half elf 3° was. Nu is het 12 uur. We zijn op de kou bedacht. Ik heb aan: een hemd, top, bloes, fleecevest, winterjack (niet zo erg warm) en een sjaal. Al snel duiken we de cafetaria in. Hierna gaan we toch de top beklimmen. Maar daar zijn we eigenlijk al dus het is een klein stukje. Er is een infocentrum over de tempel van Mercurius die daar is gevonden en waar nog een restant van staat.
Hierna weer naar beneden, o, we kunnen nog net de trein halen, die om de 40 minuten rijdt. Het is veel rustiger nu.
Onderweg met de auto zien we een Mac, daar kan ik mooi even what’s appen, dat lukt niet op de camping, vreemd genoeg.
Dan nemen we er meteen maar een Sundaye caramel ijsje, het is tenslotte zondag. Hier is het 16°.
Weer op de camping zien we de weersverwachting voor hier. Morgen 15°. Op de volgende camping komt het de komende week niet onder de 19°. Dus wil ik weer verder trekken, ik heb er gisteren van geproefd hoe heerlijk het is om een beetje buiten te leven. Freek is niet blij, maar laat zich overhalen.
Morgen vertrekken we naar Marsanne, bij Montélimar. Hier dan maar een poosje blijven is het idee. Maar ff zien of de camping bevalt uiteraard.
Af en toe spettert het. Ik haal de was uit de droger.
Die deed er een half uur over dus dan kun je wel bedenken hoe het eruit komt. Klam. Dus het wasrekje neerzetten en alles eraan hangen (behalve de lakens, die zijn dun en bijna droog). Binnen uiteraard, met het kacheltje erop gericht. Maar een raam openzetten anders stikken we!